Op 18 april 1910 werd in Alkmaar de Alkmaarsche Roei- en Zeilvereniging (ARZV) opgericht. Het initiatief kwam voort uit de bevlogenheid van de heer De Lange, die tijdens zijn verblijf in Amsterdam bij roeivereniging De Hoop had geroeid en die sport in zijn geboortestad node miste. Terug in Alkmaar vond hij acht medestanders die zijn enthousiasme deelden. Samen besloten zij hun passie voor het water om te zetten in een vereniging die ruimte bood aan zowel roeien als zeilen. In gebouw De Unie aan de Koorstraat vond de oprichtingsvergadering plaats en vanaf dat moment was de ARZV een feit. Opvallend en vooruitstrevend was dat de vereniging vanaf het eerste uur toegankelijk was voor zowel mannen als vrouwen, iets wat in die tijd nog allerminst vanzelfsprekend was.
De eerste vloot en het schuitenhuis
Voor het jonge initiatief was direct kapitaal nodig: 1.600 gulden voor een botenhuis waarin plaats was voor vijf wherries, een tjotter en twee kleedkamers. De gemeente stelde grond beschikbaar op het schiereiland bij het Afgesneden Kanaalvlak, terwijl bestuursleden hun eigen zeilboot deelden met anderen. Het eerste jaar telde de ARZV al dertig leden, een stevig fundament voor verdere groei.
Een moeilijke start voor de roeiers
Het bleek echter een uitdaging om het roeien in stand te houden. Onderhoudskosten drukten zwaar op de begroting, en in 1919 werden de wherries en het botenhuis verkocht. Daarmee bleef de zeilafdeling de dragende tak van de vereniging. Pas in 1926 keerde de hoop voor de roeiers terug: een lening maakte de aanschaf van nieuwe boten en de bouw van een nieuw botenhuis mogelijk. De vereniging bloeide opnieuw op.
De zeilafdeling naar Akersloot
De locatie bij het Afgesneden Kanaalvlak werd te klein om zowel roeiers als zeilers te huisvesten. De zeilafdeling vond een nieuwe thuisbasis aan het Alkmaardermeer, in Akersloot. Dankzij een bijzondere samenwerking tussen gemeente en vereniging werd daar in 1936 een nieuw onderkomen geopend: de leden leverden materialen, terwijl werkloze arbeiders, door de gemeente ingezet, zorgden voor de bouw.
Oorlog en wederopbouw
De Tweede Wereldoorlog liet ook de ARZV niet ongemoeid. Aanvankelijk stimuleerden de Duitsers sportbeoefening, maar al snel werd een vaarverbod afgekondigd en buitenboordmotoren gevorderd. Het ledenaantal daalde, vooral onder de roeiers. Na 1945 was het moeilijk om de afdeling nieuw leven in te blazen. Het materiaal was verouderd, de accommodatie sober: een kale ruimte zonder kantine en slechts koud water.
Vanaf de jaren ’60 werd gezocht naar een nieuwe plek voor de roeiers. Na vele opties en plannen viel in 1974 het besluit om te verhuizen naar de huidige locatie aan de Beverdam in Alkmaar. Vier jaar later startte de bouw, en op Hemelvaartsdag 1979 werd het nieuwe onderkomen feestelijk geopend.
In de decennia daarna kwamen steeds vaker discussies op over de onderlinge verhouding tussen roeiers en zeilers. In 1987 werden de financiën gescheiden en kreeg elke afdeling een eigen bestuur, onder een gezamenlijk hoofdbestuur. De structuur bood ruimte voor zelfstandigheid, zonder de band te verliezen. Uiteindelijk volgde in 2007 de juridische splitsing, waarmee roeien en zeilen definitief hun eigen koers gingen varen.
Tradities die blijven
Ondanks alle veranderingen koestert de ARZV haar tradities. Zo luidt ieder nieuw jaar in met een receptie waarin het Lid van het Jaar wordt gehuldigd. Nieuwe boten worden nog altijd plechtig gedoopt met water uit de Hoornse Vaart, nadat leden gezamenlijk een naam hebben gekozen.
Ook de wedstrijden behoren tot het hart van de vereniging. Voor de jeugd is er een eigen competitie, terwijl de jaarlijkse AA-Race sinds 1984 een begrip is: een achtervolgingsrace over vier kilometer, met roeiers uit het hele land én onze Engelse vrienden van Minerva Bath. Voor wie grotere uitdagingen zoekt, is er de Noord-Holland Tocht: een marathon van 70 kilometer langs de mooiste wateren en dorpen van de provincie.
Wat begon met negen bevlogen Alkmaarders, is uitgegroeid tot een vereniging met diepe wortels in de stad en de regio. Meer dan een eeuw geschiedenis toont de veerkracht van de ARZV, waar generaties roeiers en zeilers hun sport hebben beoefend, tradities hebben gekoesterd en vriendschappen hebben gesloten.